Het rendement van de zonnepanelen neemt toe als de temperatuur daalt. Wanneer de temperatuur stijgt, zijn zonnepanelen juist minder effectief en zorgen ze voor minder rendement. De zonnepanelen zorgen voor het meeste rendement wanneer het niet te warm is, de zon schijnt er een zachte wind is.
De hoeveelheid zonuren en de zoninstraling zijn de eerste bepalende factor voor de mate waarin zonnepanelen elektriciteit opwekken. Hoe meer stroom, des te lager de kosten per kWh. Een zonnepark in het zonrijke Dubai levert elektriciteit tegen de laagst mogelijke prijs van dit moment, zo’n 5 eurocent per kWh.
Dit komt met name door de instraling en de temperatuur. Zoals een zonnepaneel minder vermogen geeft als hij warmer wordt kan deze ook meer vermogen geven als hij koud is. Als het onder nul is en het zonnepaneel is nog niet opgewarmd (bijvoorbeeld bij bewolkt weer) kan dit dus boven het maximale vermogen liggen.
De opbrengst van zonnepanelen per maand in de maand mei is gemiddeld het hoogste, gevolgd door juni en juli. In deze periode is het aantal dagelijkse zonuren het hoogst. De maand mei scoort vaak iets beter dan juni en juli, omdat de gemiddelde temperaturen dan minder hoog zijn.
Wat zijn nu die bronnen van rendement? Algemeen beschouwd zijn er zes factoren gedefinieerd: waarde, momentum, omvang, volatiliteit, kwaliteit en dividend.
Zonnepanelen hebben enkel zonlicht nodig, en geen zonnewarmte, om elektriciteit op te wekken. Rechtstreeks zonlicht is zelfs niet nodig. Afhankelijk van het soort panelen en de omvormer kan het rendement wel verschillen. Wel is het zo dat de productie van elektriciteit in de zomer hoger ligt dan in de winter.
Zonnepanelen die liggen op daken gericht op het zuiden, wekken de meeste stroom op. Rond het middaguur staat de zon op haar hoogste punt waardoor er optimaal gebruik gemaakt kan worden van de zon op het warmste moment van de dag. Zonnepanelen op het (zuid)oosten en (zuid)westen werken ook prima!
Zonnepanelen werken namelijk minder goed in de hitte. Hoe zit dat? Professor Wim Sinke van TNO legt uit: hoe warmer een zonnepaneel is, hoe minder goed het werkt. En op dagen als deze wordt zo’n paneel bloedheet: rond de 65 graden, 30 graden hoger dan de omgevingstemperatuur.
Aan de ene kant is het licht van de zon nodig om energie op te wekken, maar aan de andere kant zorgt de warmte van de zon voor een verlies in rendement. Hoe warmer de zonnepanelen worden, hoe meer het rendement achteruit gaat. Bij het ene zonnepaneel is deze afname groter dan bij de andere.
Het rendement van zonnepanelen ligt rond de 5% en 25%. Door verlies in de materialen en de kwaliteit zonnecellen wordt het rendement nog lager. De zonnepanelen met een rendement van 25% zijn behoorlijk aan de prijs, het is verstandig om een goede afweging te maken tussen rendement en prijs.